Opmaak met Cognos Report Studio
Je kunt meerdere items weergeven op één pagina. Gebruik een tabel of Blok voor het positioneren. Lege cellen en blokken worden genegeerd bij het opbouwen van het rapport. Witruimte kun je creëren door een tekstitem met een spatie in een blok te plaatsen.
inhoud:
Sjabloon gebruiken voor pagina layout
Meerdere pagina’s gebruiken
Beschrijving-pagina
Pagina verbergen
Aantal regels per lijst instellen
Wisselende regelopmaak
Zoekvraag geen resultaat
Drill-Through-report
Sjabloon gebruiken voor pagina layout
Gebruik bij het maken van een nieuw rapport bij voorkeur een sjabloon. Dit zorgt voor een uniforme uitstraling van je rapporten. Zorg er dan ook voor dat iedereen in de organisatie deze sjablonen gebruikt. Bij een wijziging van huisstijl / logo is dit eenvoudig door te voeren naar je rapporten.
Meerdere pagina’s gebruiken
Gebruik je meerdere lijsten/kruistabellen in één rapport? Overweeg dan deze op aparte pagina’s weer te geven. Ga naar de Paginaverkenner en open Rapportpagina’s. Kopieer de huidige pagina. Geef de pagina’s een makkelijk herkenbare naam.
Gebruik het instellen van de rijen om de hele lijst op één pagina te krijgen.
Bij het uitvoeren van het rapport geeft Pagina omlaag dan de volgende lijst weer.
Bij het exporteren naar Excel wordt dan elke lijst op een apart tabblad geplaatst. De naam van het tabblad is gelijk aan de paginanaam in Cognos, gevolg door een oplopend nummer. Verborgen pagina’s worden niet geëxporteerd.
Beschrijving-pagina
Maak bij een iets ingewikkelder rapport een extra pagina aan in report Studio. Geef deze een logische naam, bijvoorbeeld beschrijving.
Op deze pagina geef je weer wat het doel van het script is en hoe deze is opgebouwd.
Als jijzelf of iemand anders later dit script moet aanpassen, of wilt gebruiken als basis voor een ander script, kun je op deze wijze gemakkelijker achterhalen hoe het script werkt.
Elke pagina wordt getoond als het rapport wordt uitgevoerd. Dit is voor de beschrijving-pagina niet wenselijk. Daarom gaan we deze verbergen.
Pagina verbergen
Ga naar de pagina verkenner en selecteer de te verbergenpagina. |
|
In het Eigenschappen venster, klik op variabele weergeven. |
|
Kies voor Nieuwe booleaanse variabele |
|
Geef de variabele een passende naam |
|
Er zal een scherm Rapportexpressie geopend worden. Geef als expressie in: “1=2”. |
|
In het scherm Variabele weergeven zal Weergeven voor: ja, aangevinkt staan. Dit zo houden en op [OK] klikken. De pagina wordt nu weergegeven als aan de voorwaarde is voldaan. De pagina is dan alleen te benaderen via report studio. |
Aantal regels per lijst instellen
Standaard worden slechts een beperkt aantal resultaten op één pagina getoond. De gebruiker kan dan met <volgende pagina> de volgende resultaten ophalen. Vaak is alle resultaten op één pagina overzichtelijker.
Ga naar het eigenschappen venster van de lijst of kruistabel. Vul Onder Gegevens de waarde Rijen per pagina met de gewenste waarde, bijvoorbeeld 99999 |
Wisselende regelopmaak
Voeg in de paginaweergave een queryberekening toe met als expressie:
MOD(RUNNING-COUNT(DISTINCT [gegroepeerd_sleutel_veld]);2)
[gegroepeerd_sleutel_veld] is het veld wat aangeeft welke items bij elkaar horen, bijvoorbeeld subjectnummer. Zorg dat de lijst op dit veld is gesorteerd.
distinct zorgt ervoor dat als er meerdere regels dezelfde sleutel hebben, ze in dezelfde kleur worden weergegeven. Als je distinct weg laat, wijzigt de kleur straks elke regel.
running-count telt het aantal rijen.
mod deelt het getal van de running-count door twee en bepaalt dan het restcijfer. Dat is dus 0 bij een even getal en 1 bij een oneven getal.
Deze nullen en enen gebruiken we om een variabele opmaak te maken.
Ga naar de voorwaardenverkenner en voeg een reeksvariabele toe. De expressie is gelijk aan het veld dat we hebben aangemaakt.
Wijzig in het eigenschappenvenster de naam in een logische naam, bijv. RijOpmaak.
Klik op de knop toevoegen in het waarden-veld en voeg de waarden 0 en 1 toe.
Ga terug naar de paginaverkenner en selecteer de eerste kolom die alternerend moet worden opgemaakt (Alle kolommen moeten één voor één worden aangepast).
Klik op een inhoudsveld, bij het eigenschappenvenster staat nu Kolomtekst lijst.
Kies bij Stijlvariabele weergeve op de zojuist aangemaakte variabele.
Ga terug naar de voorwaardenverkenner en klik bij de variabele de 0 of de 1 aan. De verticale balk wordt groen om aan te geven dat een variabele keuze actief is.
Selecteer terwijl de verticale balk groen is, de inhoud van alle kolommen en wijzig de achtergrond kleur in een kleur van jouw keuze. Resultaat:
Zoekvraag geen resultaat
Als een zoekvraag geen resultaat oplevert, krijgt de gebruiker alleen de kolomkoppen te zien, met daaronder alleen witruimte.
Dit kan netter. Ga naar de pagina weergave en selecteer de hele lijst. Bij eigenschappen staat nu lijst.
Klik op eigenschappen, geen gegevens beschikbaar.
Je kunt nu ervoor kiezen gelijk een alternatieve tekst in te geven
Of klik op ‘Inhoud opgeven op de tab Geen gegevens.
Je krijgt nu twee tabbladen boven je lijst te zien, één voor als er wel gegevens zijn, en één voor als deze er niet zijn. Daar kun je van alles op plaatsen, qua afbeeldingen, tekst of wellicht een alternatieve lijst.
Drill-Through-report
Doel: een rapport waarin hoofdzaken of totalen worden weergegeven. Door op een item te klikken wordt een ander rapport gestart met een filter op dat item.
Bouw eerst allebei de rapporten afzonderlijk. Zorg ervoor dat het item waarop geklikt moet worden zowel in het hoofdrapport als in het detailrapport voorkomt.
Open het detailrapport en ga naar de queryverkenner.
Voeg een filter toe op het gezamenlijke item, met een parameter, bijv: [klantID]=?klantnummer?
Open nu het hoofdrapport. Klik op het gezamenlijke item en vervolgens op de knop definities voor doordrillen.
Maak een nieuwe doordrill definitie door te klikken op
Selecteer het detailrapport
Actie = standaard of voer het rapport uit
Klik op het potlood om een nieuwe parameter toe te voegen
Wijzig de methode in: waarde gegevensitem doorgeven
En wijzig de waarde in de kolom die je wilt doorgeven
Resultaat in paginaverkenner:
Mouse-over-tekst
Je kunt als je een Cognos rapport in HTML uitvoert een mouse-over-tekst laten weergeven. Bijvoorbeeld met de verklaring van een code. Exporteer je het rapport naar PDF/Excel, dan wordt deze tekst niet meegenomen. Voor internet moet als (HTML)-code worden meegegeven: <div title=”omschrijving in mouse-over-tekst”>standaardtekst</div>.
Open het rapport in de paginaverkenner. En ontgrendel de velden. ![]() |
|
Voeg drie HTML-codes toe vóór de tekst in de cel, en één erna. |
|
HTML-item1 |
|
HTML-item2 |
|
HTML-item3 |
|
HTML-item4 |
|
Wijzig eventueel de kleur van de tekst, zodat de gebruiker ziet dat er extra info beschikbaar is. |
Hyperlink
Maak van een waarde in je rapport een hyperlink waarmee je verwijst naar een andere pagina. In het voorbeeld hieronder een hyperlink die het adres doorzendt naar google.
Open het rapport in de paginaverkenner. En ontgrendel het. ![]() |
|
Voeg drie HTML-codes toe vóór de tekst in de cel, en één erna. |
|
HTML-code1 |
|
HTML-item2 |
|
HTML-item3 |
|
HTML-item4 |
Voorwaardelijke opmaak
Net als in Excel kan je ook in Cognos de opmaak van een cel voorwaardelijk opmaken.
Selecteer op je pagina de kolom die je voorwaardelijk op wilt maken en klik in het eigenschappenvenster onder Voorwaardelijk op Voorwaardelijke stijlen |
|
Voeg een nieuwe geavanceerde voorwaardelijke stijl toe |
|
Geef de stijl een naam en bepaal hoe de opmaak is van de cellen die je niet specifiek gaat benoemen. |
|
Voeg een nieuwe geavanceerde voorwaarde toe met |
|
Bewerk vervolgens de opmaak |
|
|
|
Je kunt meerdere voorwaarden met ieder afwijkende opmaak aanmaken. |
|
resultaat |
Grafieken
Sleep het Diagram uit de toolbox naar de gewenste locatie |
|
Kies een layout. Als je al een lijst hebt waarop de grafiek is gebaseerd, kun je Vullen met gegevens aanvinken en de lijst selecteren. |
|
Standaard maakt Cognos een nieuwe query aan voor de grafiek. |
|
|
|
Je kunt de opmaak van de grafiek nog wijzigen, zowel de kleuren in de grafiek als de achtergrond. |
Staafdiagram in lijst
Je kunt ook HTML-codes gebruiken om een soort van staafdiagram na te bootsen in je lijst. Er zijn dan geen aparte objecten (diagram) nodig op je pagina.
Dit doe je door aan je lijst een gekleurd blok toe te voegen. De waarde die je wilt weergeven bepaalt de grootte van het blok. Een blok wordt op een internetpagina gedefinieerd als een <div>-tag, net als bij de mouse-over-tekst. Je kunt ze ook combineren.
Voeg een queryberekening toe aan je lijst. Of gebruik een bestaande. Deze waarde gebruiken we straks om de breedte van het blok te bepalen. |
|
Voeg drie HTML-items toe vóór je berekening en één erna (eerst pagina ontgrendelen) |
|
HTML-item1 |
bron: tekst |
HTML-item2 |
bron: Waarde gegevensitem |
HTML-item3 |
bron: tekst |
HTML-item4 |
bron: tekst |
resultaat |
Staafdiagram in lijst met voorwaardelijke opmaak
Uitgangspunt is dat je al een staafdiagram in de lijst hebt.
Ga naar de voorwaardenverkenner en voeg een reeksvariabele toe |
|
Geef aan wanneer welke kleur gebruikt moet worden, gebruik hiervoor een IF of CASE formule |
CASE |
Geef de variabele een naam (eigenschappen venster) en voeg in het venster waarden ‘groen’, ‘geel’ en ‘rood’ toe. |
|
Ga naar de paginaweergave en selecteer het eerste HTML-item (hierin staat de kleur gedefinieerd) Dubbelklik vervolgens op HTML-item1 en kopieer de hele tekst. |
|
Ga naar de voorwaardenverkenner en klik op de eerste waarde van de variabele. |
|
Dubbelklik nu op het eerste HTML-item. |
|
Herhaal deze stappen voor rood, background-color:red en geel, |
|
resultaat |
Dynamisch sorteren
Met dynamisch sorteren kan de gebruiker bepalen hoe de lijsten gesorteerd moeten worden.
Bestaat uit twee stappen: creëer een waardeprompt en een verborgen kolom met de resultaatvelden.
PROMPT: Voeg een waardeprompt toe bovenaan je pagina, of eventueel (ook) op een aparte promptpagina
|
|
Geef de prompt een naam, bijvoorbeeld Dynamische-Sortering en klik op voltooien |
|
Klik op eigenschappen, statische keuzen |
|
Voeg voor elke gewenste sorteer-mogelijkheid een item toe |
|
Ga naar de paginaverkenner en voeg een gegevens-item toe, geef als een expressie een CASE, met de waarden als keuzemogelijkheden en de kolommen als resultaat. |
|
Ga naar de queryweergave en laat de waarden oplopend sorteren. |
|
Ga naar pagina weergave, klik in de kolom, klik dan op het pijltje naast de titel van het eigenschappenvenster. Kies voor kolom lijst, nu wordt de gehele kolom geselecteerd, en niet alleen de titel of de inhoud |
|
Verander nu in het eigenschappenvenster weergeven in nee. Dit laat de kolom, met zijn sortering, in de uitvoer staan, maar de kolom wordt niet weergegeven. |
|
|
|
Dynamische kolomweergave
Laat een gebruiker kiezen of bepaalde kolommen wel of niet worden weergegeven.
PROMPT: |
|
Geef de prompt een naam, bijvoorbeeld Kolomkeuze en klik op voltooien |
|
Voeg de benodigde statische keuzen toe |
|
|
|
Zet meervoudige selectie op ja, en verander dan UI selecteren in selectievakjes |
|
ga naar de voorwaardenverkenner |
|
Voeg voor elke keuze een booleaanse variabele toe |
|
geef als expressie in: |
|
wijzig de naam van de variabele |
|
doe dit ook voor de andere keuzemogelijkheden |
|
Ga naar de pagina weergave. Klik in de lijst op een kolom die eventueel verborgen moet worden, klik in het eigenschappen venster op het pijltje omhoog en selecteer kolomlijst |
|
Open nu de voorwaardenverkenner en selecteer de keuze nee bij de variabele |
|
Geef nu bij stijlvariabele de juiste variabele in |
|
en daarna bij eigenschappen, vak, vaktype: geen. Dit verbergt de kolom als niet aan de variabele wordt voldaan |
|
herhaal de laatste vier stappen voor elke kolom die verborgen moet kunnen worden. Je kunt meerdere kolommen met één en dezelfde variabele verbergen, bijvoorbeeld alle adresvelden. |
Gegevens uit twee aplicaties in één lijst weergeven
Werkwijze: maak een query, voeg hier een sql-query aan toe. Voeg de queries samen. Toon de lijst op basis van de samengevoegde queries.
Je kunt maar één aplicatie (package) weergeven in report studio. Bepaal wat je belangrijkste/moeilijkste deel is, en begin met de gegevens uit de andere package. Maak een query die alle benodigde gegevens ophaalt. Zorg ervoor dat er ook de velden inzitten waarop je straks de tabellen aan elkaar kunt koppelen.
Kies dan in het menu voor Tools, Gegenereerde SQL/MDX weergeven. En kopieer deze tekst.
Maak nu je andere query. Open de queryverkenner en sleep een SQL-item erbij. Ga naar de eigenschappen en vul de databron in (je kunt alleen bronnen kiezen waarvoor je geautoriseerd bent).
Bij SQL plak je de tekst van de vorige query.
Voeg nu een join toe. Sleep beide bestaande queries in het rechtergedeelte van de join.
Dubbelklik op de join en maak een koppeling tussen beide tabellen.
Klik daarna op de query links van de join en selecteer de gewenste velden.
Ga tot slot naar de paginaweergave. Wijzig de query waarop de lijst gebaseerd is in de samengevoegde query. En voeg de gewenste velden toe.